Lees hieronder hoofdstuk 5 van Leidinggeven aan Talentontwikkeling van Mirjam Baars.
-
Focus op persoonlijke kwaliteiten
5.1 Inleiding
Zoals in hoofdstuk vier is aangegeven, kunnen leidinggevenden vier hefbomen inzetten om de talentontwikkeling van hun medewerkers te stimuleren (zie figuur 5.1). In dit hoofdstuk staan we stil bij de eerste hefboom: de focus op persoonlijke kwaliteiten van medewerkers.
Een belangrijke taak als leidinggevende is dat je de persoonlij-ke kwaliteiten van medewerkers ontdekt en op een goede ma-nier inzet. Het ontdekken van deze kwaliteiten is niet altijd even gemakkelijk. Hoe weet je immers welke kwaliteiten dit zijn en hoe je deze het best kunt inzetten? In dit hoofdstuk laten we zien hoe topsportcoaches als Marc Lammers en Louis van Gaal de kwaliteiten van hun spelers ontdekken en deze zo goed mo-gelijk inzetten. Vanuit de wetenschap belichten we de meest recente inzichten omtrent psychologische kwaliteiten. We laten niet alleen zien welke psychologische kwaliteiten te onderschei-den zijn, maar ook welke methoden er zijn om deze zichtbaar te maken. Ten slotte laten we aan de hand van gesprekken met leidinggevenden zien hoe je persoonlijke kwaliteiten in de dage-lijkse werksituatie kunt (h)erkennen.
5.2 Persoonlijke kwaliteiten in de topsport
Als leidinggevende is het ongelooflijk complex om inzicht te krijgen in de persoonlijke kwaliteiten van medewerkers. Ze wor-den immers niet direct op een presenteerblaadje aangereikt. Medewerkers zijn zich zelf vaak niet eens bewust van hun kwali-teiten. Hoe kun je hier dan als leidinggevende grip op krijgen?
In de topsport zie je dat hockeycoach Marc Lammers goed gebruik weet te maken van de persoonlijke kwaliteiten van zijn speelsters. Mede hierdoor heeft hij met de speelsters van het Nederlands vrou-wenelftal een WK en vervolgens de Olympische Spelen gewonnen.
Marc Lammers ontdekte al doende hoe hij het best gebruik kon maken van de persoonlijke kwaliteiten van zijn hockeyspeelsters. In eerste instantie pakte hij het verkeerd aan. Hij richtte zich op de spits, Sylvia Karres, die moeite had met het aannemen van ballen op haar backhand. Marcs eerste idee was om haar hierop te gaan trainen. Toen hij dit echter deed, was het effect in haar prestaties nauwelijks beter. Sterker: het zelfvertrouwen van Sylvia daalde tot het nulpunt. Vervolgens vroeg Lammers aan Sylvia: ‘Hoe zou je dan liever aangespeeld willen worden?’ Ze zei dat ze het liefst loeihard op haar rechtervoet werd aangespeeld. Ze kon dan met haar forehand een tip-in, een directe doorspeelbal scoren. Toen Marc Lammers en de speelsters hier in de wedstrijd gebruik van gingen maken, leidde dit tot indrukwekkende prestaties. Tijdens het WK in Madrid (2006) scoorde Sylvia Karres zeven doelpunten, waarvan vijf uit een tip-in. De belangrijkste les die Marc Lammers hieruit geleerd heeft, is om topsporters vooral aan te spreken op hun bekwaamheden.
Bron: Yes! Een crisis. Marc Lammers (2010), blz. 54.
Het voorbeeld van Marc Lammers laat zien hoe belangrijk het is medewerkers aan te spreken op dingen waar zij goed in zijn. Zijn motto is dan ook ‘Je kunt beter van een 8 een 10 maken, dan van een 4 een 6’.
Een andere manier waarop Lammers de persoonlijke kwaliteiten van medewerkers zichtbaar maakte, was door met briefjes te werken. Lammers maakte daarvan gebruik op het moment dat zijn team voor een belangrijke wedstrijd in de Olympische Spelen
stond.
Aanleiding voor Lammers om met briefjes te werken, was het feit dat zijn speelsters tijdens de Olympische Spelen van Peking (2008) de openingsceremonie niet mochten meemaken. Dit kwam door nieuwe regelgeving van NOC*NSF. Ze kozen er toen voor om de ceremonie samen op tv te kijken in hun huiskamer in het olympisch dorp. Tijdens de ceremonie reikte Lammers persoonlijke briefjes uit aan de speelsters. Hij gaf hierbij de opdracht deze pas te lezen als ze naar bed zouden gaan. Op de briefjes had hij persoonlijke boodschappen geschreven waarbij hij hen wees op hun persoonlijke gaven. Bij Minke Booij schreef hij: ‘Voel je weer dat vrolijke meisje met die paardenstaart en die rooie kop, dat lekker de spits uitschakelt, als een gek overal voor duikt en we zien wel waar het schip strandt. Je moeder is nu al trots op je’ (in de wetenschap dat haar moeder jaren geleden overleden was). Aan Naomi van As schreef Lammers: ‘Waarom denk je dat je hier nu bent, in China? Omdat jij een kanjer bent, die het in de voorhoede helemaal gaat maken.’
Bron: Yes! Een crisis. Marc Lammers (2010), blz. 22.
Lammers gebruikte ook de persoonlijkheidstypologie van Myers-Briggs om de sterke punten van zijn speelsters zichtbaar te maken. Ook Louis van Gaal besteedt bewust aandacht aan het in kaart brengen van de persoonlijkheidsprofielen van zijn spelers. Hij
schakelt psychologen in om deze in kaart te brengen.
Peter Murphy, de voormalig bondscoach van het damesvolleybal, bracht mij (Marc Lammers) in aanraking met zijn methode van ‘Totaalcoaching’. Daarin speelt het karakter van speelsters een belangrijke rol. De theorie van MyersBriggs vormt de basis van Totaalcoachen: Action Typing. De Action-Type-theorie verdeelt de levenshouding en gedragsstijl van mensen in vier meetpunten: 1. Waar richt de persoon de aandacht op? Extravert of introvert? 2. Hoe neemt de persoon informatie op? Observatie of intuïtie? 3. Hoe neemt de persoon beslissingen? Reflectie of gevoel? 4. Hoe is de persoon gericht op de buitenwereld? Beheersing of perceptie? Action Typing biedt je inzicht in jezelf en in anderen. Dat zorgde voor acceptatie in onze ploeg. Ze wisten wat elkaars goede en slechte kanten waren. Dan hoef je je dus ook niet meer te ergeren aan de slechte kanten van een medespeler of collega. Zo hebben we de speelsters een keer aan tafeltjes tegenover elkaar gezet en laten rouleren. De vraag was steeds, over en weer: ‘Noem vijf kenmerken van de medespeelster tegenover je: één negatief kenmerk en vier positieve op het gebied van techniek, tactiek, fysiek en mentaal’. Zo wisten alle speelsters niet alleen wat de anderen als hun verbeterpunten zagen, maar vooral waar de speelsters elkaar in vonden uitblinken. Bron: Yes! Een crisis. Marc Lammers (2010), blz. 81.
Bron: Yes! Een crisis. Marc Lammers (2010), blz. 81.
Het mooie aan Van Gaals aanpak is dat hij niet alleen kijkt naar de persoonlijke kwaliteiten van spelers. Van Gaal richt zich ook bewust op de speler in de context. Hoe reageert de speler op situaties? Hoe komt hij het best tot zijn recht? Hij noemt dit ook
wel het ‘totale mens-principe’.